Wettelijke reserve & beschikbaar deel

Informatie over erven en nalatenschap

Alle informatie op deze website valt onder de voorwaarden beschreven in de 'gebruiksovereenkomst'
Juridisch advies of juridische bijstand nodig m.b.t. erven en nalatenschap? Contacteer hier een advocaat erfrecht in uw regio.

De wettelijke reserve en het beschikbare deel bij erfenis

Ons Belgisch erfrecht biedt geen absolute vrijheid voor het treffen van beschikkingen ten kosteloze titel, zoals schenkingen en testamenten. De wetgever heeft geoordeeld dat dit vrije beschikkingsrecht ten aanzien van een aantal personen beperkt moest worden. We noemen deze beperking de reserve of het voorbehouden deel. Het gaat om het gedeelte van de nalatenschap dat dwingend aan een bepaalde naaste bloedverwant moet toekomen.
Het is het gewaarborgde erfrecht. Deze erfgenaam noemen we ook de reservataire erfgenaam

Het Belgische erfrecht kent drie soorten reservataire erfgenamen:
a) de afstammelingen op voorwaarde dat deze een juridisch vastgestelde afstammingsband hebben met de overledene;
b) de langstlevende echtgenoot/echtgenote.

Wat na de toekenning van de reserve overblijft, is het beschikbare deel. Daarover kan de schenker/testateur naar goeddunken beschikken bij schenking of bij testament.

Sinds de wet van 31 juli 2017 zijn de ouders hun reservataire postitie verloren. De langstlevende wettelijke of feitelijk samenwonende zijn eveneens geen reservataire erfgenamen.

Om te kunnen uitmaken of men al dan niet de reserve of het beschik¬bare deel heeft overtroffen, zal op het ogenblik waarop de erflater sterft een fictieve massa van zijn vermogen moeten worden samengesteld. De samenstelling van die fictieve massa bestaat niet alleen uit de goederen die de overledene op het ogenblik van zijn dood bezat, maar ook uit de bezittingen die hij tijdens zijn leven heeft weggeschonken.

Bijgevolg moeten alle goederen die de erflater tijdens zijn leven bezat en die zijn vermogen zonder enige tegenprestatie hebben verlaten, opnieuw in rekening worden gebracht. Hieronder vallen alle schenkin¬gen, ongeacht de vorm waarin die zijn gebeurd. Voorts houdt men er ook geen rekening mee of de schenking al dan niet met vrijstelling van inbreng in natura gebeurde.

Nadat het actief van de overledene in kaart is gebracht, worden de volgende posten in min gebracht: de schulden van de overledene die op het ogenblik van het overlijden nog niet werden voldaan en de kosten die naar aanleiding van het overlijden zijn ontstaan (begrafeniskosten, inventariskosten...).

Zodra dit resultaat bekend is, kunt u vaststellen of de overledene al dan niet de erfrechtelijke reserve heeft aangetast. Is het beschikbare gedeelte overschreden (en is bijgevolg de reserve aangetast), dan kunnen de reservataire erfgenamen bij de rechtbank een vordering tot inkorting instellen om hun aangetaste deel in de reserve terug te krijgen.

 

We spreken van inkorting wanneer schenkingen of legaten het beschikbare deel overschrijden. Dit betekent immers dat de reservataire erfgenamen niet langer over hun volledige reserve kunnen beschikken. Het deel van de geschonken of gelegateerde goederen dat het beschikbare deel heeft overschreden, zal dan worden teruggebracht naar de nalatenschap. De inkorting gebeurt niet van rechtswege. Om hun reserve terug te krijgen, moeten de reservataire erfgenaam of zijn rechtsopvolgers een vordering tot inkorting instellen.

De omvang van de reserve is afhankelijk van de hoedanigheid van de erfgenamen. We kunnen de volgende hypothesen onderscheiden.

HYPOTHESE 1: DE ERFLATER LAAT AFSTAMMELINGEN NA

De reserve en het beschikbare deel zijn afhankelijk van het aantal afstammelingen.

 

 

Reserve

Samen

Beschikbare deel

1 kind

1/2

 

1/2

2 kinderen

1/2

1/2

1/2

3 kinderen

1/2

1/2

1/2

4 kinderen en meer

 

1/2

1/2

 

Alle afstammelingen die tot de nalatenschap komen, zijn reservataire erfgenamen.

De kleinkin¬deren, die bij plaatsvervulling van hun ouders opkomen, worden voor de bereke¬ning van de reserve en het beschikbare deel slechts gerekend voor het kind waarvoor zij in de nalaten¬schap van de erflater de plaats innemen.

VOORBEELD - : Een eenvoudig voorbeeld verduidelijkt hoe die berekening gebeurt. Een weduwe heeft drie kinderen: Jan, Piet en Lies. Op het ogenblik dat de moeder komt te overlijden, is er nog 300.000 euro in cash te verdelen. Tijdens haar leven had zij al 420.000 euro in contanten aan een vriendin geschonken. De vraag die we ons hier moeten stellen, luidt: heeft de schenking aan haar vriendin de reserve van Jan, Piet en Lies aangetast? Als we het vermogen van de moeder fictief weer samenstellen, bedraagt het actief ervan 720.000 euro (300.000 euro bij overlijden + 420.000 euro geschonken tijdens haar leven). In die context bedraagt de reserve van de drie kinderen (Jan, Piet en Lies) elk 1/6. Met andere woorden: op het ogenblik van de nalatenschap moet elk van hen minstens 120.000 euro (1/6 van 720.000 euro) krijgen, wat hier niet het geval is. Op het ogenblik van het overlijden krijgt elk van de kinderen slechts 100.000 euro. De schenking van 420.000 euro aan de vriendin moet dan ook voor een bedrag van 60.000 euro worden ingekort, zodat aan het deel van elk kind 20.000 euro kan worden toegevoegd.

HYPOTHESE 2: DE ERFLATER LAAT EEN ECHTGENOOT NA

Tweeledige reserve

De reserve van de langstlevende echtgenoot is tweeledig. Er is een algemene reserve, zijnde het vruchtgebruik op de helft van de fictieve massa. Daarnaast is er een concrete reserve, waarbij de langstlevende in elk geval het bezit heeft over het gehele vrucht¬gebruik op de gezinswoning en de zich daarin bevindende huisraad (de zogenaamde preferentiële goederen). Het vruchtgebruik van de gezinswoning en de huisraad blijft steeds het minimum, zelfs als dit meer is dan de helft van de nalatenschap. Vormen de preferentiële goederen minder dan de helft van de nalatenschap, dan worden ze aangevuld met het vruchtgebruik van de andere goederen, tot de helft van de nalatenschap is bereikt. Sinds 2017 is ook de huur van de gezinswoning reservatair beschermd.

Onterving

In tegenstelling tot de andere reservataire erfgenamen kan de langstleven¬de echtgenoot, onder bepaalde voorwaarden, toch worden onterfd. De langstlevende echtgenoot verliest dan zijn/haar reserve zonder dat de rechter hierover enige ap¬preciatie heeft. Opdat de langstlevende zou kunnen worden onterfd, moet aan volgende voorwaarden zijn voldaan:

1. de onterving moet in een testament worden uitgedrukt;
2. de echtgenoten moeten minstens zes maanden feitelijk gescheiden leven;
3. Één van de echtgenoten heeft afzonderlijk verblijf gevraagd of een vordering tot echtscheiding wegens onherstelbare ontwrichting van het huwelijk ingesteld. Van zodra één van de vorderingen zijn ingesteld, kunnen beide echtgenoten overgaan tot algemene onterving;
4. de echtgenoten mogen na de gerechtelijke vordering niet opnieuw zijn gaan samenwonen.

Bron: Sterven en Erven - Auteur: Jos Ruysseveldt - ISBN: 9789491999086 – meer info

Geactualiseerd door www.erfenisconsulenten.be - 2020

Vraag juridisch advies
aan een gespecialiseerd
advocaat erfrecht.

Advocaten erfrecht

Gespecialiseerde advocaten erfrecht verspreid over 15 kantoren in Vlaanderen & Brussel staan u bij met juridisch advies. Snel en discreet. Het contacteren van deze advocaten verplicht u verder tot niets.