Informatie over erven en nalatenschap

Alle informatie op deze website valt onder de voorwaarden beschreven in de 'gebruiksovereenkomst'
Juridisch advies of juridische bijstand nodig m.b.t. erven en nalatenschap? Contacteer hier een advocaat erfrecht in uw regio.

Successieplanning - plannen voor de toekomst van uw naasten

Tijdens uw leven kunt u zich verarmen door via schenkingen of andere mechanismen al een deel of het geheel van uw vermogen aan uw toekomstige erfgenamen of dierbaren toe te wijzen. Door het inschakelen van een testament blijven in beginsel successierechten verschuldigd. Dat, in tegenstelling tot een tijdig gerealiseerde (minstens 3 jaar voor overlijden) hand- of bankgift. Door die techniek worden zowel schenkings- als successierechten buitenspel gezet. Door het betalen van relatief lage schenkingsrechten (3% tot 7%) kunt u zelfs de driejarige periode definitief uitschakelen. Door te kiezen voor een testament zal het vermogen pas op het ogenblik van uw overlijden naar de aangeduide legataris overgaan.

Maar ook een testament biedt voordelen. Zo is een testament per definitie & steeds herroepbaar. In tegenstelling tot een schenking, die in beginsel onherroepbaar is (gegeven blijft gegeven), kan het vandaag opgemaakte testament morgen al eenzijdig worden gewijzigd of herroepen. Hierna worden een paar mogelijkheden inzake successieplanning voorgesteld. Deze gaan van zeer eenvoudige tot iets meer complexe wilsbeschikkingen.

Volgens de federale fiscale administratie kan een testamentaire wilsbeschikking niet het voorwerp van een fiscale misbruik vormen vermits de beschikker (testateur) niet de belastingplichtige is. Dit standpunt werd door de Vlaamse Belastingsdienst van 16 februari 2015 bevestigd.

Lees hier wat een professionele successieplanner voor u kan betekenen.

Successieplanning - enkele eenvoudige ingrepen

In hoofde van de langstlevende echtgenoot kan het hem toegekend wettelijk vruchtgebruik via het testament worden afgezwakt of versterkt. Zo kunt u in de aanloop of tijdens een echtscheidingsprocedure testamentair bepalen dat het erfrechtelijk vruchtgebruik bij een feitelijke scheiding niet langer van toepassing zal zijn. Anderzijds kan men via het testament de langstlevende echt- genoot ontslaan tot enige borgstelling of tot opmaak van een inventaris bij het ontstaan van het vruchtgebruik. De aandeelhouder kan in zijn testament bepalen dat het stemrecht ook in het vruchtgebruik begrepen is. In het testament kan men opnemen dat afstammelingen niet zomaar het erfrechtelijk vrucht- gebruik kunnen omzetten. Is er dan toch een omrekening van het vruchtgebruik dan kan het testament bepalen welke actualisatietabellen (bijvoorbeeld de wettelijke omzettingstabel) desgevallend van toepassing zullen zijn. Het testament kan ook voorzien dat de langstlevende echtgenoot de keuze heeft om de hem vermaakte goederen te kiezen en dit op te vullen tot het grootst beschikbaar deel.

Gelet op het beperkt toepassingsgebied van het wettelijk erfrecht voor de 'wettelijk' samenwonende partner (zie deel 'Inleiding tot het erfrecht') kan het testament een oplossing bieden. Men kan de gezinswoning en/of andere goede- ren (bvb. tweede woning, effecten, ...) in volle eigendom aan zijn langstlevende partner legateren. Dit geldt ook voor de 'feitelijk' samenwonende partner die geen wettelijke bescherming heeft. Ook op fiscaal vlak biedt het testament zeker perspectieven - vermits in de drie gewesten de samenwonende partners fiscaal met echtgenoten worden gelijkgesteld. Slechts in het Vlaamse Gewest kunnen ook de 'feitelijk' samenwonenden van een voordelig successietarief{3- 9-27%) genieten. Met als kers op de taart: de vrijstelling van het successierecht voor de gezinswoning (zie deel Successierechten). Bovendien zal men bij het testament ook rekening houden met kinderen uit een vorig huwelijk of relatie. In die optiek is het dan soms aangewezen om contracten af te sluiten (zie deel Successieplanning via samenlevingscontracten en aanwas).

Bij een intestaat (zonder testament) overlijden van een kinderloze en ongehuwde erflater zal zijn/haar nalatenschap volgens de regels van het wettelijk erfrecht toekomen aan de erfgenamen van de 2de orde: dit zijn desgevallend de ouder(s) en broers en/of zussen van de erflater. Bovendien zullen de broers en/ of zussen, in elk van de drie gewesten, in dat geval aan hoge successietarieven 'in zijlijn' erven. In het kinderloos vrijgezel testament wordt van voormelde erfrechtelijke situatie afgeweken en bepaald dat de gehele nalatenschap integraal naar de ouder(s) gaat. Op die wijze wordt de gehele nalatenschap aan verlaagde tarieven 'in rechte lijn' vererfd. In de meeste gevallen is het dan de bedoeling de verkregen activa van de nalatenschap bij leven aan de nog in leven zijnde broers en/of zussen over te dragen. Of het actief van de nalatenschap kan in een volgende fase nog door de in leven zijnde broers en/of zussen 'in rechte lijn' worden vererfd. In laatst genoemde hypothese verkrijgen de verervende broers en/of zussen de initiële nalatenschap van hun broer in een 2de fase aan een voordelig successietarief in rechte lijn'. Bijgevolg wordt de nalatenschap van de kinderloze broer tweemaal aan het tarief in rechte lijn' vererfd.

Volgens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek verkrijgt de overlevende ouder (en dit tot de meerderjarigheid van het kind) het vruchtgenot of de inkomsten van al de vererfde goederen. In het kader van een vermogen kan dit vruchtgebruik slaan op de dividenden van de aandelen, de interesten van een spaarrekening of de huurgelden van een woning. Dit vruchtgenot kan men volledig, via een testament, aan de andere ouder (gewezen echtgenoot) van het kind ontnemen. De ontneming van het wettelijk vruchtgenot mag niet worden verward met het wettelijk beheer (ouderlijk gezag) dat aan de overlevende ouder toekomt. Bij overlijden van één ouder valt de voogdij nog steeds niet open en oefent de overlevende ouder alleen het ouderlijk gezag uit. Deze ouder heeft zowel het gezag op de persoon van het kind als op het bestuur over zijn goederen alsook het recht om als ouder het kind te vertegenwoordigen. Toch moet hier onder de aandacht worden gebracht dat de enige ouder (net zoals de beide ouders die gezamenlijk ouderlijk gezag uitoefenen) voor bepaalde han- delingen de machtiging van de vrederechter moet bekomen. De ongewenste betutteling van de familieraad werd dus vervangen door de bevoogding van de vrederechter. Deze regel is van openbare orde en kan dus niet bij onderlinge overeenkomst of legaat worden uitgeschakeld. Om het vermogen van de eerst stervende ouder van zijn minderjarig kind aan anderen, dan de overlevende ouder, over te laten zal het vermogen desgevallend onder een rechtspersonen- structuur dienen te worden ingebracht, zoals een stichting of een trust. Ook zou men een tijdelijk vruchtgebruik aan de nog in leven zijnde ouders van de testator kunnen legateren.

Pas als het kind geen ouder in leven meer heeft zal de voogdij openvallen. Het is de vrederechter die de voogd aanwijst. De vrederechter zal bij voorkeur kiezen uit de naaste familieleden. Nochtans zal de vrederechter rekening houden met de aanwijzing van de voogd door de ouder. De vorm voor deze aanwijzing is een testament ofeen verklaring, die bij de vrederechter of bij de notaris wordt afgelegd. Het testament hoeft niet in notariële vorm te worden opgemaakt. Elke vorm van testament komt in aanmerking. De verklaring bij de vrederechter of de notaris behoeft ook geen bijzondere vormvoorschriften. Dergelijke verklaring is ook herroepbaar. De bevoegdheid van de ouders om zelf aan te wijzen wie na hun overlijden de taak van voogd zou vervullen, is door de Voogdijwet van 2001 aangepast. De bevoegdheid is zoals voorheen toegekend aan de enige of aan de langstlevende ouder ('de ouder die het laatst het ouderlijk gezag uitoefent'). De wet voorziet ook de mogelijkheid de voogd aan te duiden via een gezamenlijke verklaring van beide ouders. De aanduiding van de testamentaire voogd werkt niet automatisch. De vrederechter zal na het overlijden van de langstlevende of van de enige ouder, over zijn/haar overlijden en over deze aanduiding worden ingelicht. Hij zal dan desgevallend de aanwijzing bekrachtigen en op voorwaarde dat de aangewezen persoon zijn/haar opdracht aanvaardt. Indien de vrederechter de ouderlijke aanstelling niet aanvaardt zal hij dit slechts 'om ernstige redenen met betrekking tot het belang van het kind' in zijn vonnis moeten motiveren. De vrederechter heeft in dit geval slechts een marginale beoordeling van de verenigbaarheid van de wil van de ouders met het belang van het kind. Hij zal hierover de familieleden en desgevallend de minderjarige zelf horen.

Via het testament kan men aan de legataris de last opleggen om de gelegateerde goederen niet te laten inbrengen in enig gemeenschappelijk vermogen tussen echtgenoten of het voorwerp van een verrekeningsbeding tussen echtgenoten of samenwonende partners te laten uitmaken. Bij deze uitsluiting krijgt de legataris het verbod om zelf aan successieplanning te doen d.m.v. inbreng in gemeenschap/verrekening. Deze uitsluiting kan desgevallend met andere modaliteiten worden getemperd. Zo kan de uitsluiting onder bepaalde voorwaar- den worden uitgeschakeld (bvb. de uitsluiting is niet langer van toepassing bij bereiken van een bepaalde leeftijd, na het overlijden van de langstlevende echt- genoot, na een bepaald aantal jaren huwelijk, …).

Niet iedereen is gerust dat zijn erfenis na enige jaren nog geheel zal zijn. Ver- blind door het veel vererfde geld zou de doodgelukkige erfgenaam de nalaten- schap op een speelse wijze kunnen verbruiken. De bezorgde erflater kan hier een testamentaire mouw aanpassen. In zijn laatste wilsbeschikking kan hij zijn vermogen onder bewind stellen. Het opzet van deze wil is de jonge of wereldvreemde legataris beschermen tegen zichzelf en op zijn minst tegen de 'externe' druk van derde personen. Het is in de praktijk dan ook slechts bruikbaar in aansluiting op het wettelijk beheer en dus vanaf de meerderjarigheid. Niets belet dat het ook voor minderjarigen wordt aangewend, maar dan zijn deze testamentaire instructies niet dwingend. Het ouderlijk gezag van de minder- jarige is immers van openbare orde is en komt toe aan de overlevende ouder. Nochtans kan het testament aan de overlevende ouder toch aanbevelingen ge- ven om het testamentair vermogen van de minderjarige pupil te sturen. In de mate dat deze last zelfs op de reserve van het kind drukt, kan deze vorderen dat de last tot bewind zonder uitwerking blijft. Bovendien kent ons Belgisch recht geen algemene regeling inzake het bewind over de gelegateerde goederen. In die zin zal het testament tal van voorschriften inhouden zoals de looptijd, de aanvang en het einde van het bewind. Het bewind kan slechts voor een be- paalde duur worden gevestigd (bv. voor 30 jaar). Een bewind gekoppeld aan het leven van de legataris is in strijd zijn met de beginselen van het vrij economisch verkeer van goederen. Zulk beding is in strijd met de openbare orde en dus nietig. In hoeveel fracties uiteindelijk het gelegateerde vermogen kan worden overgedragen (bvb. in vierjaarlijkse uitkeringen) kan ook worden opgenomen. Zo kan voor studerende kinderen een bijzondere regeling voor bijkomende uitbetalingen worden opgenomen. Verder wordt in het legaat aangeduid wie als bewindvoerder zal optreden. In de regel is dit een vertrouwenspersoon, een vermogensbeheerder ofeen andere persoon met de nodige ervaring, kennis en deskundigheid. Hierbij aansluitend wordt in de regel ook tal van opties op- genomen waarbij de bewindvoerder kan worden vervangen bij een mogelijks vooroverlijden, bij een blijvende (bvb. dementie) of langdurende ziekte (bvb. in coma). Niets belet dat er dan ook soms meerdere bewindvoerders worden aangesteld, teneinde de continuïteit van de bewindvoering te verzekeren. Het is ook van belang de verplichtingen en bevoegdheden van de bewindvoerder goed te omschrijven: of hij al dan niet gehouden is tot de opmaak van een inventaris van de gelegateerde goederen; welke beleggingsstrategie hij moet volgen; op welke wijze hij het kapitaal en de inkomsten mag beheren, enz… Uiteraard zal ook de bezoldiging van de bewindvoerder in kaart worden gebracht.

In menig testament worden ook strafbedingen opgenomen. Ze zijn een juridische stok achter de deur voor bepaalde legatarissen die men in het testament extra heeft willen beschermen. Deze strafbedingen vormen voor deze legataris- sen een beveiliging tegen een mogelijke vordering tot inkorting in hoofde van de andere erfgenamen die in hun reservataire rechten zijn aangetast. Dit kan ook gelden voor niet - reservataire erfgenamen die de hen toegekende legaten volledig kunnen verliezen (zoals de zijverwanten of kleinkinderen). Voor de reservataire erfgenamen is er dan een keuze tussen ofwel de berusting in het testament ofwel hun wettelijk erfdeel tot hun reserve te laten beperken. Hier komen hoofdzakelijk de kinderen of de langstlevende echtgenoot in aanmerking. Zo kan bijvoorbeeld een ouder in zijn testament bepalen dat zijn twee kinderen de door hem tijdens zijn leven gedane schenkingen zullen respecteren en dat het kind, dat mogelijks zijn schenking betwist, zijn wettelijk deel (de helft van de nalatenschap) zal herleid zien tot zijn erfrechtelijke reserve (één derde van de nalatenschap).

Een keuzebeding is interessant indien de erflater bijvoorbeeld aan zijn partner of geliefd kind iets extra's wil nalaten en waarbij deze legataris dan vooraf vrij uit het beschikbaar gedeelte van de nalatenschap de goederen naar zijn/haar keuze kan nemen. De volgende modaliteiten in een keuzebeding zijn dan ook mogelijk: de aanduiding van de verkrijger van het vrijvallend gedeelte; de termijn en de vorm voor de uitoefening en de berusting; de mogelijkheid dat de verkrijger in het beschikbaar deel de goederen vrij mag kiezen.

Volgens de algemene beginselen van het successierecht wordt het erfdeel van elke erfgenaam op zijn netto-aandeel in de nalatenschap berekend. Verder is het successierecht verschuldigd op de aan de overledene toebehoren- de goederen, na aftrek van de schulden. Tot slot worden de bestaande schulden tot het aannemelijk passief van het actief in min gebracht. Deze drie wettelijke bepalingen kunnen de burger verleiden om een 'schuld'-testament op te stellen, met name een legaat waarin de erflater jegens zijn erfgenamen één of meer bepaalde sommen schuldig verklaart. Door deze erkenning wordt de schuld van het belastbaar actief afgetrokken en aldus een belastingbesparing gecreëerd. De wetgever heeft deze al te gemakkelijke oplossing met een fictiebepaling doorprikt. Zo worden alle schulden die uitsluitend bij uiterste wil (testament) zijn erkend als legaten beschouwd. Voor de toepassing van deze fictiebepaling dienen drie voorwaarden gelijktijdig te worden vervuld zijn: a) er moet een schuldbekentenis zijn; b) de schuldbekentenis moet in het testament voorkomen, en c) het testament moet de enige titel van de schuld zijn. Zulke toestanden zijn schrijnend als de opsteller van het testament werkelijk op datum van zijn overlijden nog bepaalde gelden aan iemand schuldig was. Uiteindelijk wordt de werkelijke 'uitlener' met een te betalen successierecht gestraft. Het is dan ook aangeraden om een overeenkomst op te stellen om aan deze fictiebepaling te ontsnappen. Hierbij moeten de erfgenamen, legatarissen, begiftigden en tussenpersonen aan de strenge vereisten van het Wetboek Successierechten o f de Vlaamse Codex Fiscaliteit voldoen.

Distributielegaten

Bij testament kunt u uw vermogen vooraf en naar eigen inzichten verdelen. Zowel een latere belastbare verdeling als een mogelijke familieruzie wordt daardoor vermeden. " Tijdens zijn leven wenst Piet zijn opgebouwd vermogen voorlopig nog niet aan zijn twee kinderen te schenken. Hij houdt liever de touwtjes in handen en wenst zijn resterende patrimonium bij testament te regelen en ver- delen. Behalve een aantal verhuurde woningen is Piet ook houthandelaar. Zijn oudste zoon Jan werkt al jaren mee in de vennootschap, waarvan alle aandelen aan Piet toebehoren. Zijn jongste zoon Wim is arts en heeft dan ook geen interesse in de overname van de onderneming. Wim is best tevreden met het vast- goed. Onderneemt Piet niets en laat hij zijn vermogen door zijn twee kinderen bij wet vererven, dan bevinden beide broers zich in onverdeeldheid. Zowel de ene als de andere heeft de helft in de woningen én de aandelen. Later zullen ze allicht uit onverdeeldheid willen treden, waarbij de onroerende goederen en de aandelen respectievelijk aan de jongste en oudste broer zullen worden toebedeeld. Op de verdeling van de onroerende goederen zijn er dan verdelingsrechten 2,5% (in het Vlaamse Gewest) of 1% (in het Brusselse en Waalse Gewest) verschuldigd.

Dat probleem kan worden opgelost door bij testament de goederen te verdelen, waarbij de aandelen rechtstreeks aan Jan worden gelegateerd en het vastgoed aan Wim. Voor de vererving van de aandelen bestaan er in het Vlaams en Brussels Gewest verlaagde tarieven. Bovendien kunnen de aandelen in het Waalse Gewest onder bepaalde voorwaarden gratis worden vererfd, wat mooi meegenomen is (zie deel successierechten).

Bron: Sterven en Erven - Auteur: Jos Ruysseveldt - ISBN: 9789491999086 – meer info

Vraag juridisch advies
aan een gespecialiseerd
advocaat erfrecht.

Advocaten erfrecht

Gespecialiseerde advocaten erfrecht verspreid over 15 kantoren in Vlaanderen & Brussel staan u bij met juridisch advies. Snel en discreet. Het contacteren van deze advocaten verplicht u verder tot niets.