Erfrecht wetgeving België

Informatie over erven en nalatenschap

Alle informatie op deze website valt onder de voorwaarden beschreven in de 'gebruiksovereenkomst'
Juridisch advies of juridische bijstand nodig m.b.t. erven en nalatenschap? Contacteer hier een advocaat erfrecht in uw regio.

Het erfrecht in de Belgische wet

De techniek van het wettelijke erfrecht in België kan in zes regels worden samengevat. Bij de bespreking van elk van die regels zullen we begrippen zoals orde, graad, kloving en plaatsvervulling stelselmatig toelichten. Alle grondregels die de overgang van een nalatenschap bepalen, zullen we nadien door middel van een voorbeeld verduidelijken.

Een orde is een groep erfgenamen die dezelfde aard van bloedverwantschap (afstamming) deelt. Samen sluiten ze andere erfgenamen uit of - omgekeerd - worden ze door andere erfgenamen uitgesloten. Het verschil in graad tussen die erfgenamen en de erflater speelt daarbij geen enkele rol.

Tot de eerste orde behoren alle afstammelingen, in welke graad ook, en los van de manier waarop de afstamming is vastgesteld. In de eerste plaats zijn dat de kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen. Ook de kinderen die buiten het huwelijk zijn geboren, vallen onder die categorie. Net zoals de gewone en ten volle geadopteerde kinderen en hun afstammelingen.

De tweede orde is heel bijzonder. Hier bevinden zich de bevoorrechte ascendenten en de bevoorrechte zijverwanten. Het gaat om de ouders, op voorwaarde dat de broers en/of zussen tot de nalatenschap zijn geroepen. Ook onder deze categorie vallen de persoon die door de ouders van de erflater ten volle werden geadopteerd, net zoals de halfbroers en halfzussen. Ook de afstammelingen van broers en zussen en van halfbroers en halfzussen behoren tot deze groep. Zij erven ofwel uit eigen hoofde ofwel bij staken.

In deze orde krijgt elke bevoorrechte ouder een vaste fractie van de nalatenschap: nl. 1/4 van de nalatenschap. De rest wordt tussen broers en zussen verdeeld. Anders gezegd: broers en zussen (of hun nakomelingen) erven de helft (1/2) als beide ouders van de erflater in leven zijn. Broers en zussen (of hun nakomelingen) erven drie vierden (3/4) als één van beide ouders van de erflater is overleden. Zij erven alles als beide ouders zijn overleden.

Tot de derde orde behoren de ascendenten. Het gaat om de ouders als er geen broers of zussen in aanmerking komen voor de nalatenschap. Maar ook de grootouders of de overgrootouders (alle bloedverwanten in de opgaande lijn) komen in aanmerking.

Tot slot is er een vierde orde. Het is de orde van de overige zijverwanten, meer bepaald de ooms en tantes, neven en nichten en de grootooms en groottantes. Het zijn de gewone zijverwanten of alle bloedverwanten in de zijlijn tot de vierde graad andere dan broers en zussen en hun afstammelingen.

Schematisch kunnen we deze eerste regel als volgt samenvatten:

1ste orde

2de orde

3de orde

4de orde

afstammelingen

bevoorrechte ascendenten en zijverwanten

 

ascendenten

overige

zijverwanten

= alle bloedver­wanten in neergaande lijn

= ouders

(als er nog broers/zussen zijn)

= broers en zussen

= alle bloedver­wanten in opgaande lijn

= alle bloedver­wanten in zijlijn tot de 4de graad

(andere dan broers en zussen)

- kinderen

- kleinkinderen

- achterkleinkinderen

- natuurlijke kinderen

- adoptiekinderen

- halfbroers en halfzussen

- afstammelingen van broers en zussen en van halfbroers en halfzussen

- ouders

(als broers/zussen niet tot de nalatenschap komen)

- grootouders

- over­grootouders

- ooms en tantes

- neven en nichten

- grootooms en -tantes

- gewone zijver­wanten en afstammelingen tot de 4de graad


Een voorafgaande orde sluit een volgende orde uit Bijgevolg hebben de bloedverwanten van de eerste orde voorrang op de bloedverwanten van de tweede, de derde en de vierde orde. Met andere woorden: als er erfgenamen bestaan die tot de eerste orde behoren, sluiten zij de erfgenamen van de drie andere orden uit Als er geen erfgenamen van de eerste orde zijn, gaat de erfenis naar de erfgenamen van de tweede orde, die zo de derde en vierde orde uitsluiten.

Wat met de langstlevende echtgenoot/echtgenote? Hij/zij wordt door de wet in geen van de vier orden ondergebracht. Zijn of haar aandeel varieert naargelang van de orde waarmee hij/zij in samenloop komt.

Mechanisme

De orde duidt de groep bloedverwanten aan die tot de nalatenschap komt. Dat betekent nog niet dat alle leden van die groep ook effectief zullen erven. Alleen zij die in graad het dichtst tot de overledene staan, krijgen een deel van de erfenis. De graad is de afstand tussen de bloedverwanten, in dit geval de afstand die bestaat tussen de overledene en de erfgenaam. De graad wordt bepaald door het optellen van de generaties. Die optelling is afhankelijk van de lijn waarin iemand zich bevindt. De wet maakt een onderscheid tussen de rechte lijn en de zijlijn.

Rechte lijn

De rechte lijn is de opvolging van personen die van elkaar afstammen. In de rechte lijn zijn er zoveel graden als er generaties tussen de personen zijn. Hier kunnen we opnieuw het onderscheid maken tussen een neergaande en opgaande lijn. De rechte neergaande lijn loopt van de stamvader over de vader naar de zoon, kleinzoon, achterkleinzoon enzovoort. De rechte opgaande lijn loopt in de andere zin. Met andere woorden: van een bepaalde persoon naar zijn vader, grootvader, overgrootvader enzovoort. Tussen ouders en kinderen ligt er één generatie. We spreken dan van 1ste graad. Tussen grootouders en hun kleinkinderen zijn er twee generaties. We spreken dan van 2de graad.

Zijlijn

De zijlijn is de opvolging van personen die niet van elkaar afstammen, maar die uit één en dezelfde (gemeenschappelijke) stamvader voortkomen. Om de graad te bepalen keert u in de zijlijn terug tot de gemeenschappelijke stamvader. De generaties telt u vanaf de overledene tot de gemeenschappelijke stamvader in de opgaande lijn. Daarna daalt u af tot de erfgenaam.

Toepassingen

In elke orde sluit de naaste in graad andere bestaande erfgenaam/erfgenamen van een verdere graad uit, behalve bij plaatsvervulling.

Wettelijke fictie

Sommige personen komen in de plaats van al overleden bloedverwanten die erfgenaam zouden zijn geweest als ze nog in leven waren geweest op het ogenblik dat de erflater sterft. Om billijke redenen laat de wet toe dat een in verdere graad staande erfgenaam het erfdeel opneemt dat zijn vooroverleden ouder toekomt, samen met erfgenamen die in graad dichter staan dan hijzelf. Dit noemen we plaatsvervulling. Het is een fictie van de wet waardoor de vertegenwoordigers in de plaats, in de graad en in de rechten van de vooroverleden bloedverwant treden.

Hoewel in principe de zijverwanten alleen tot in de vierde graad erven, zullen door plaatsvervulling ook meer verwijderde zijverwanten kunnen erven. Zo zullen kinderen of kleinkinderen van volle neven, die in de vijfde of zesde graad staan, bij wijze van vertegenwoordiging een grootoom, die in de vierde graad is, kunnen uitsluiten.

Voorwaarden

In de regel is er is alleen plaatsvervulling wanneer de erfgerechtigde eerder is overleden. Sinds 21 januari 2013 is er echter voor de levende erfgenamen de zgn. generatiesprong mogelijk. Bijgevolg kan een kleinkind nu ook rechtstreeks van zijn grootouder erven, mocht het kind de nalatenschap van zijn ouder (grootouder) verwerpen. Bovendien moet de vooroverledene bekwaam en niet onwaardig zijn (zie hoger).

Zo zal bij vooroverlijden van zoon B kleinzoon C in zijn plaats komen. In deze situatie zal zoon A (1ste graad) samen met kleinzoon C (2de graad) tot de nalatenschap geroepen worden. Ieder erft dan de helft. 

Verdeling bij staken

Bij plaatsvervulling gebeurt de verdeling bij staken. Dit betekent dat, als er meer dan één erfgenaam bestaat om de plaats van een vooroverledene in te nemen, al die erfgenamen samen het erfdeel van de vertegenwoordigde verkrijgen, en het onderling verdelen. Zij vormen samen een staak.

VOORBEELD:

Vader Abraham had twee kinderen, Abel en Beatrijs, die op het ogenblik van zijn overlijden al eerder gestorven waren. Allebei hadden ze op hun beurt al kinderen. Abel had twee zonen, Claus en Clovis, en Beatrijs had drie kinderen, Karen, Katleen en Kristel.
Claus en Clovis erven samen de helft van de nalatenschap, namelijk het deel dat hun vader, Abel, toekwam, en dus elk 1/4.
Karen, Katleen en Kristel erven de andere helft, het deel dat hun moeder Beatrijs toekwam.
Elk van hen krijgt dus 1/6. 

Hoewel Claus, Clovis, Karen, Katleen en Kristel in dezelfde graad staan, erven zij verschillende delen. Als een van de erfgenamen zijn deel zou weigeren, komt dat alleen de erfgenamen van zijn staak ten goede. Weigert Claus bijvoorbeeld zijn deel van de nalatenschap, dan erft Clovis zijn volledig deel, namelijk de helft van de nalatenschap.

Samengevat kunnen we stellen dat plaatsvervulling mogelijk is in de volgende gevallen:
a) in de rechte neergaande lijn (1ste orde): alle afstammelingen tot in het oneindige inclusief de geadopteerde en natuurlijke kinderen;
b) in de zijlijn (2de orde): alle afstammelingen van broers en zussen, tot in het oneindige;
c) in de zijlijn (4de orde): alle afstammelingen van ooms en tantes, tot in het oneindige.

Plaatsvervulling is uitgesloten in de volgende gevallen:
a) in de opgaande lijn: de naaste in elk van beide lijnen sluit de verdere opgaande bloedverwanten uit;
b) in de zijlijn: anders dan in de eerder vermelde gevallen. Er bestaat geen plaatsvervulling ten voordele van de afstammelingen van zijverwanten in de 4de graad (dus niet voor afstammelingen van grootooms en groottantes);
c) ten voordele van afstammelingen van echtgenoot of wettelijk samenwonende partner.

Wanneer de erflater geen afstammelingen (kinderen) nalaat, en ook geen broers of zussen heeft (en hun afstammelingen), wordt de nalatenschap gekloofd in twee gelijke delen. Een deel gaat naar de bloedverwanten van de vaderlijke lijn en een deel naar de bloedverwanten van de moederlijke lijn.

Kloving vindt plaats in de opgaande lijn en in de zijlijn (nooit in de rechte, neergaande lijn). Bij kloving komt elke helft toe aan de dichtst in orde en graad staande erfgenaam van elke lijn. Het is dus mogelijk dat in de ene lijn de goederen toekomen aan erfgenamen van de derde orde en in de andere lijn aan erfgenamen van de vierde orde.

VOORBEELD - Erflater Gommaar laat grootvader Cesar aan vaders zijde (3de orde) en een oom Oscar aan moeders zijde (4de orde) als erfgenamen na.

De nalatenschap wordt dus in twee delen gesplitst: de ene helft voor de vaderlijke linie en de andere helft voor de moederlijke linie. In de vaderlijke linie erft grootvader Cesar de helft, in de moederlijke linie erft oom Oscar de andere helft.

Let op voor halfbroers en halfzussen

Er bestaat wel degelijk kloving in de 2de orde voor halfbroers en halfzussen. Zij behoren tot de tweede orde en sluiten bijgevolg de derde en de vierde orde uit. De nalatenschap wordt in dat geval in een vaderlijke en een moederlijke lijn gesplitst. De volle broers en zussen erven in beide lijnen.

 

VOORBEELD - In een andere familie laat Xavier zijn zussen Kim en Elke en zijn halfzus Justine als enige erfgenamen na. Vader en moeder zijn al eerder overleden.

U moet dus kloven. De helft, de gemeenschappelijke moederlijke lijn, wordt verdeeld in drie gelijke delen, voor Kim, Elke en Justine. Zij zijn immers kinderen van dezelfde moeder. Ieder krijgt dus 2/12.
De andere helft, de vaderlijke lijn, wordt verdeeld tussen Kim en Elke. Zij alleen hebben dezelfde vader als de erflater. Elk van beide zussen erft in deze lijn 3/12.

Sterker nog is het volgende verhaal. De overledene laat halfbroer Luc aan vaderszijde en grootmoeder Maria aan moederszijde als enige erfgenamen na. In dit geval erft halfbroer Luc alles. Alles gaat dus naar de 2de orde.

Alleen zijverwanten (tot en met de vierde graad) kunnen erven, tenzij zij bij plaatsvervulling worden geroepen.

In principe erft u voor gelijke delen en bij hoofd. Uitzondering: u kunt ook erven bij staken in geval van plaatsvervulling.

Bron: Sterven en Erven - Auteur: Jos Ruysseveldt - ISBN: 9789491999086 – meer info

Vraag juridisch advies
aan een gespecialiseerd
advocaat erfrecht.

Advocaten erfrecht

Gespecialiseerde advocaten erfrecht verspreid over 15 kantoren in Vlaanderen & Brussel staan u bij met juridisch advies. Snel en discreet. Het contacteren van deze advocaten verplicht u verder tot niets.